De houdbaarheid van topambtenaren: Tussen stabiliteit en flexibiliteit
DRAFT 4.0
2 november 2023
In haar artikel verkent Dieuwertje Kuijpers de complexe kwestie van hoelang een topambtenaar op één plek werkzaam zou moeten blijven. Is het ideaal om decennialang op dezelfde positie te blijven, of is flexibel jobhoppen binnen de overheidsorganisatie de weg voorwaarts? De Algemene Bestuursdienst lijkt te streven naar een balans tussen deze uitersten, maar recente ontwikkelingen wijzen op een verschuiving (Kuijpers, Hoe lang is een topambtenaar houdbaar?; Tussen Yes, Minister en de banencarrousel, 2023).
Het uitgangspunt is duidelijk: topambtenaren moeten niet in de schijnwerpers staan, aangezien de politiek leidend is. Echter, de realiteit is dat langdurig verblijf op één plek de grenzen doet vervagen en daardoor soms worden overschreden.
In de jaren negentig (1995) werd de Algemene Bestuursdienst opgericht om de ‘post voor het leven’ te vervangen door deskundigheid op inhoudelijk gebied. Flexibilisering werd ook belangrijk, maar er was behoefte aan een balans. Recente regelgeving beperkt daarom topambtenaren om pas na vier jaar te solliciteren naar een nieuwe ABD-vacature, en sommigen vragen zich af of dit niet te veel is. Dit komt voort uit zorgen dat te snel wisselen van functie ten koste gaat van vakinhoudelijke kennis. Interessant is dat in 40% van de gevallen wordt gezocht naar ‘politieke sensitiviteit’ en slechts in 11% naar vakinhoudelijke kennis.
Wanneer topambtenaren van functie veranderen en er geen directe plek beschikbaar is, worden ze vaak benoemd tot buitengewoon adviseur. Dit geheel kan leiden tot enkele ethische kwesties, zoals situaties waarin adviseurs meer verdienen dan de wettelijke normen voor topinkomens toestaan.
Een ander punt van zorg is dat topambtenaren die in opspraak raken, soms worden overgeplaatst naar posities met minder budget en meer taken, terwijl er sprake is van onderbezetting. Dit heeft geleid tot een klimaat vol morele dilemma’s, waarin het moeilijk is om elkaar verantwoordelijk te houden.
Wat ook is veranderd ten opzichte van twintig jaar geleden, is dat topambtenaren steeds vaker worden betrokken in politieke debatten en soms zelfs verdedigd moeten worden door politiek verantwoordelijken, want zelf mogen zij niet in het bedat treden. Tegelijkertijd zien we ambtenaren die toch actiever betrokken raken in het publieke debat. Dit roept vragen op over de scheidslijn tussen neutrale ambtenarij en politiek.
Terwijl Nederland worstelt met deze uitdagingen, vraagt de schrijverster zich af hoe het evenwicht tussen neutraliteit en politieke betrokkenheid zal evolueren.
In het geval van Curaçao is deze situatie niet hetzelfde maar aanzienlijk complexer, met unieke verhoudingen tussen politieke sensitiviteit en vakdeskundigheid, morele dilemma’s en integriteitskwesties. Het verhaal van Curaçao vormt een uniek hoofdstuk op zich.
References
Kuijpers, D. (2023, augustus 31). Hoe lang is een topambtenaar houdbaar?; Tussen Yes, Minister en de banencarrousel. Vrij Nederland, pp. 24-35.
Miguel Goede
Comments