Beschaving in de uitverkoop?
- mpgoede
- Aug 8
- 2 min read
Updated: Aug 9
Beschaving in de uitverkoop?
9 augustus 2025
Het is vrijdag, bijna lunchtijd. De week loopt op zijn eind, en ik ben al een beetje aan het weekend begonnen. Vanochtend genoot ik van een Latijns ontbijt (arepa) in Salia, trainde nog even in de gym, en dronk daarna koffie met vrienden. De week was bewogen en is omgevlogen. Het bibliotheekproject vordert: de inventarisatie is afgerond, nu begint het selecteren – wat blijft, wat kan weg?
Wat me vandaag, 8 augustus, bezighoudt, zijn twee publieke verklaringen die iets blootleggen over de staat waarin Curaçao verkeert.
De eerste is afkomstig van een politieke partij, die waarschuwt voor een diepe beschavingscrisis op het eiland. Volgens de partij raken morele, sociale en ecologische waarden steeds verder uitgehold door een ontwikkelingsbeleid dat volledig gericht is op kapitaal, en niet op het welzijn van de bevolking. Ze hekelen de privatisering van publieke middelen en infrastructuur – van Bullenbaai tot het asfaltmeer en Emmastad – en stellen dat deze koers de ongelijkheid vergroot en het volk berooft van zijn bestaansmiddelen. Zelfs bij economische groei blijven armoede, onbetaalbare zorg, milieuvervuiling en migratie aanhouden. Ze roepen op tot een duurzaam en inclusief beleid en plaatsen de Curaçaose situatie in het bredere kader van mondiale onrechtvaardigheid.
Tot voor kort leek deze partij vooral gefixeerd op onafhankelijkheid en de koloniale verhouding met Nederland. Maar nu klinkt een bredere en urgentere boodschap: dat de fundamenten van onze samenleving zelf op het spel staan. Het gaat niet langer alleen om de vraag van wie Curaçao is, maar vooral voor wie het is.
De tweede verklaring komt van de nestor van de jaarlijkse herdenking van de slavenopstand van 1795. Dit jaar richt hij zich op herstel – dat zou moeten volgen op wat hij noemt de “coma van Rutte”. Hij benadrukt dat een van de diepere nalatenschappen van de slavernij is dat we moeite hebben met samenwerken: we zien elkaar als concurrenten, wantrouwen elkaar, bevechten elkaar, en werken elkaar tegen. De herdenking zal dit jaar daarom ook aandacht besteden aan rekolonisatie, want ook deze groep ziet de groeiende invloed van Nederlandse projectontwikkelaars en investeerders op het eiland.
Beide geluiden – van politiek en herinneringscultuur – raken aan dezelfde kern: dat de richting waarin Curaçao zich ontwikkelt, fundamentele vragen oproept over wie we zijn, wat we waarderen, en wie daar nog zeggenschap over heeft.
Toch bekruipt me ook een gevoel van terughoudendheid. Want hoewel de analyse scherp is, blijft de vraag: hoe serieus nemen we stemmen die deze ontwikkelingen al langer signaleren? Te vaak werden zij genegeerd, bestempeld als lastig, te radicaal of zelfs als vijandig. Zonder erkenning van dat verleden van ontkenning, is werkelijke verandering moeilijk voorstelbaar.
Misschien is dat de echte uitdaging van deze tijd: leren opnieuw te waarderen wat we te snel als ballast hebben afgedaan. Net als in mijn bibliotheekproject – waar ik mezelf dwing tot keuzes over wat ik bewaar en wat ik loslaat – staat ook ons eiland voor de taak te bepalen welke waarden, verhalen en gemeenschappen essentieel zijn voor een toekomst die ons allemaal draagt.
Miguel Goede






Comments