1795; De slavenopstand op Curaçao
DRAFT 3.0
16 april 2023
Dit is de titel van een bundel documenten uit die periode. Het is opgesteld door het Centraal Historisch Archief in 1974 (Paula, 1974). Sinds een paar jaar wist ik dat het bestond. Niet lang geleden heb ik via mail gevraagd of ik het kon aanschaffen. Dat kon niet maar maanden later kon ik een oude versie aanschaffen. Dat ligt nu al een tijdje op mijn bureau. Om het van mijn bureau te krijgen ben ik het aan het doornemen. Het is lastig lezen want het is oud Nederlands. Ik moet eerlijk zeggen dat ik dit doe als algemene ontwikkeling. Daar ik veel heb gelezen over het onderwerp is veel herkenbaar maar het is bijzonder om de bron te hebben en te lezen. Zo besteed ik aandacht aan het beroemde gesprek van Tula (Toela) met pater Jacobus Schinck.
Het verslag is vier pagina’s en is ondertekend door op 7 september 1795. Het gesprek tussen Tula en de pastor vond plaats op 19 augustus 1795, half negen in de avond. In het verslag treft men de beroemde woorden van Tula, dat ze (de slaven) zeer mishandeld waren, ddat zij niemand kwaad wilde doen maar net als de Franse slaven vrij zijn. Verder vervolgt Tula door de pastor te vragen of wij niet allemaal van Adam en Eva afstammen. Ook de beroemde woorden dat men meer om beesten geeft dan om slaven.
De pastor beschrijft hoe hij probeerde te slapen in een voor hem klaargemaakte kamer waarin ook een bijbel werd klaargelegd. Hij kan niet slapen, niet vanwege de zachtjes gezongen Franse liederen, maar door zijn doodsangst. In de ochtend werd hij vriendelijk begroet en kreeg hij koffie en had Bastiaan Carpata een paard voor hem gezadeld. Volgens het schrijven deed de pastor diezelfde ochtend nog verslag aan de gouverneur. Daarna volgt een passage die ik niet kan volgen. Ik begrijp dat de pastor betreurt dat hij niet heeft kunnen spreken met de grote groep negers (zo noemt hij ze door het hele verslag heen) om ze te overreden hun plannen te staken. Hij eindigt met de boodschap dat hij door deze ervaring het eiland zal verlaten om te proberen in Nederland zijn gemoedsrust te hervinden. Het is duidelijk dat dit voor hem en waarschijnlijk voor de hele samenleving van toen een zeer traumatische ervaring was.
Wat moet ik er van vinden? Helaas is de geschiedenis zo gelopen. De revolutie was niet gelukt, net als in Haïti. De geesten van de kolonisatoren waren nog niet zo ver; de geesten waren nog niet gerijpt. De economische belangen waren te groot. Maar de idealen van Franse revolutie zijn nooit meer verdwenen.
References
Paula, A. (1974). 1795; De slavenopstand op Curacao; een bronnenuitgaven van de originele overheidsdocumenten. Willemstad: Centraal Historisch Archief.
Miguel Goede
Comments