top of page

Werkt privatisering (Corporate Governance) voor Curacao?

mpgoede

Werkt privatisering (Corporate Governance) voor Curacao?

Hoe wordt de beloning van de top gerechtvaardigd?

DRAFT 2.0

22 april 2022

Inleiding

De tweede vraag is erg actueel op het eiland, nu er onder druk van Nederland de Balkenende-norm wordt doorgevoerd. Dat had al veel eerder gemoeten, maar om mij onduidelijke redenen is het tot op heden niet gebeurd.

Op Curaçao wordt er nauwelijks gereflecteerd over privatisering. Dit in tegenstelling tot landen als Nederland en Engeland. Daar is men na uitvoerige evaluatie tot de conclusie gekomen dat privatisering, het introduceren van marktwerking, niet heeft gebracht wat men ervan had verwacht (Kuiper, 2014).

De twee onderwerpen zijn met elkaar verbonden. Het is in het tijdperk van privatisering, markt, neoliberalisme, dat de topinkomens de pan zijn uitgerezen. Het is het tijdperk waarin de rijken steeds rijker worden door het simpele feit dat ze rijk zijn (Piketty, 2014).

Geschiedenis

Na de Tweede Wereldoorlog kende wij de opkomst en daarna de versobering van de verzorgingsstaat. In de jaren tachtig ontstond er een consensus dat government is the problem. Er ontstond het geloof dat de markt efficiënter was en dat de samenleving beter goederen en diensten kon produceren en alloceren via de markt. Het zogenaamde neoliberalism. Via het zogenaamde Washington consensus werd dit recept via instanties als het IMF wereldwijd, van Moskou tot Willemstad, geïmplementeerd.

De introductie van marktwerking in Rusland heeft geleid het ontstaan van de Russische oligarchie; een groepje mannen die op slinkse wijze voormalige staatsbedrijven heeft “gekocht” en die onevenredig grote invloed heeft op het bestuur van het land (Kuiper, De terugkeer van het algemeen belang; privatiseringsverdriet en de toekomst van Nederland, 2014). Is dat bijzonder?

Voor sake of discussion stel ik dat het een extreme vorm is van wat wij hier ook hebben, namelijk dat de overheidsNV’s in handen zijn van onder anderen CEO’s die exorbitant verdienen, in die zin dat hun inkomen in geen verhouding staat tot de prestatie van de organisatie, andere lokale organisatie en zelf vergeleken met buitenlandse bedrijven buitensporig is. Soms wordt niet eens voldaan aan de minimale normen van good corporate governance, bijvoorbeeld het publiceren van een gecontroleerde jaarrekening.

Het marktdenken deed hier zijn intrede in de jaren tachtig met Berenschot (Rooien en snoeien) en werd kort daarop door Chucho Smith in een invetariserende nota gegoten:”Privatil”. Veel dat later geprivatiseerd is stond daar in de inventarisatie. Er kwam een kadernota privatisering. Het definiëren van privatisering is een boek op zich. Ik volsta met, privatiseren is het introduceren van marktwerking en reikt van milde vormen van als eigen bijdrage tot verkopen van overheidsonderdelen. Verzelfstandiging werd bij ons gezien als tussenstap richting verkoop van overheidsNV’s. Bij stichtingen lag dat weer anders. Het klaar maken en privatiseren van die NV’s was de taak van de stichting StIP. Deze laatste werd na een aantal jaren opgeheven en daarvoor in plaats kwam STBNO (Stichting Bureau Toezicht en Normering Overheidsentiteiten). In 2010 kwam de Code Corporate Governance. Deze werd pas een aantal jaren terug geëvalueerd.

Nu specifiek de topinkomens

Sommigen zeggen dat het is van alle tijden. Maar men kan argumenteren dat het samengaat met de opkomst van het neoliberalisme in de jaren tachtig. Wat is erop tegen dat de top veel verdient. Er is consensus dat in vele gevallen buitensporig wordt verdiend.

Er is een spectrum aan opvattingen over deze zaak. Aan het ene uiterste het standpunt dat het helemaal vrij moet zijn en aan het andere uiterste dat het (door de overheid) geregeld moet zijn en dat het verschil genormeerd moet zijn, bijvoorbeeld de top mag maximaal tien maal het minimumloon verdienen.

Voorts wordt er een onderscheid gemaakt tussen de private sector en de overheid en semi-overheid. Over de NGO’s kunnen wij kort zijn. Bijvoorbeeld de directeur van de stichting van moeder Theresa kan maar een bescheiden inkomen genieten.

In de publieke sector gaat het om publieke middelen c.q. belastinggelden en dat is volgens velen anders. Bovendien zouden dit soort functies een bepaalde status verschaffen dat niet in geld wordt uitgedrukt en dus een lager inkomen compenseert. Niet zo lang geleden, bijvoorbeeld, was een eilandsvertegenwoordiger geen betaalde functies.

Een uitgangspunt is dat er een relatie moet bestaan tussen beloning en prestatie. Ik formuleer het zelfs zo: de functionaris moet zijn eigen inkomen opbrengen.

Dan is er het argument van de markt. De markt bepaalt het inkomen; het is wat de gek wil betalen. Het is een kwestie van vraag en aanbod. Het gaat dan om specialisme en schaarste. Ook wordt het argument gehanteerd van de onzekerheid. De baanzekerheid van de top is hoog en dat wordt gecompenseerd met een hoger inkomen. Een argument in deze context om de top goed te betalen, is omdat het een betere voorwaarde is om de onafhankelijkheid en een rechte rug zou bevorderen; men zou minder snel in de verleiding vallen.

Daar staat tegenover het argument van de moraal. De mens zou zijn werk moeten doen om andere redenen dan geld, bijvoorbeeld plezier en voldoening.

Ondanks alles lijkt de top bereidt een stapje terug te doen, mits de peers het ook doen, want het inkomen heeft ook een functie in het bepalen van de pikorde. En dat geldt niet alleen voor de top van de top. Mensen vergelijken zich met elkaar op basis van wat men verdient. Maar hoe komen wij daar? Het is te betwijfelen dat de top vrijwillig een stap terug doet. Sommigen denken dat transparantie in de vorm van het publiceren van de inkomens, het verlagen van zal stimuleren, maar anderen redeneren dat dat juist zal leiden tot stijgen van inkomens. (Wouter B., 2007)

Sommigen argumenteren dat het verlagen van inkomens zal leiden tot het fenomeen van “if you pay peanuts you get monkeys”. Ik zou zeggen: we have monkeys already. Hoge inkomens trekken ook verkeerde mensen, om verkeerde redenen aan; men komt voor het geld en niet voor de uitdaging.

Het nu, het resultaat

Na veertig jaar komt de wereld tot de conclusie dat het neoliberalisme heeft geleid tot een aantal problemen. De beloofde efficientie, betere prijzen en betere service voor de consument zijn uitgebleven. Het heeft geleid tot extreme verschillen tussen rijk en arm, en uitsluiting van grote groepen. Ook heeft het geleid tot eenzijdige afweging, met name economische ontwikkeling boven duurzaamheid. Veel van deze problemen zijn de pandemie blootgelegd en/of versneld. De samenleving is hierdoor verziekt en er is een consensus dat er hervormd moet worden (Kuiper, 2014; Monbiot, 2016).

In mijn proefschrift in 2005 stelde ik al dat tot dan toe het enige effect van de verzelfstandiging lijkt te zijn het verhogen van de inkomens van de top van de NV’s en een nieuwe huisstijl. Reeds toen stelde ik vast dat ambtelijke cultuur bleef. En het is deze ambtelijke cultuur dat vele overheidsNV’s de das om doet (Goede M. , 2005).

Wat laten de verzelfstandiging en privatisering van WTC, Cpost en recenter Damen en Flow ons zien? Voeg daar ook het CMC aan toe. Ik kies hieruit Flow. De privatisering heeft nog niet geleid tot betere service, kwaliteit en prijs voor de burger, die nu consument is geworden. En het land heeft de strategisch technologie voor toekomstige ontwikkeling niet meer in handen. Omdat CMC waarschijnlijk vraagteken oproept, het volgende. De intramurale zorg ging van stichting, zonder oogmerk, naar een NV. Dat brengt een hele andere governance en gedrag met zich mee.

Waarom moet de samenleving via de overheid ingrijpen?

Het ultieme doel van de overheid is het zo groot mogelijke geluk voor een zo’n groot mogelijke groep.

Onderzoek wijst uit dat dit wordt bereikt als de verschillen in inkomens niet al te groot zijn. Dat kunnen wij bijvoorbeeld meten met het Gini-coëfficiënt. Maar wij hoeven het echt niet op te zoeken om vast te stellen dat op Curaçao de verschillen erg groot zijn. De inkomensongelijkheid op Curaçao gemeten in de Gini-coëfficiënt was 0,42 in 2011. Voor latere jaren zijn geen waardes gerapporteerd, maar vergeleken met de Nederlandse Ginicoëfficiënt van 0,29 in datzelfde jaar is de inkomensongelijkheid op Curaçao relatief groot. De Gini-coëfficiënten van Bonaire, Saba en St. Eustatius zijn daarentegen vergelijkbaar met Curaçao.

Ik hou van de formulering door Maarten van Rossem:

According to Dutch Professor Maarten van Rossem, life in society is all about the pursuit of happiness. Happiness is not obtained by applying the propagated happiness formula of happiness gurus. The true formula according to van Rossem entails living a simple life, with no material excesses, shared with family and loved ones. It is also about context. The ten most attractive countries to live in are relatively small countries and have a high average income per capita. The income difference between citizens is not too big. Government services are good and accessible to every citizen. These societies are high-trust societies, meaning that citizens have faith in the democratic process and other institutions. Simply being a rich country is no guarantee of happiness. The United States is proof of this. There is significant poverty, the difference between rich and poor is too big, and a disproportionate number of citizens are in jail (van Rossem, 2018).

Wat nu?

Er moet een Reset komen, wordt gezegd. Ongelijkheid staat al enkele jaren heel hoog op de lijst van bedreigingen voor de mensheid (News, 2020; Ghosh, 2013). Deze moet leiden tot een betere balans. Stakeholder capitalism in plaats van shareholder capitalism, wordt er geroepen. Het gaat niet alleen om de aandeelhouder maar ook om de werknemers, de samenleving, toekomstige generaties en de planeet. In deze context met men het verlagen van de topinkomens zien.

Elders in de wereld, ook in Nederland en Engeland, is de conclusie getrokken dat privatisering heeft geleid tot verdriet en wordt steeds vaker geopperd en gaat men er ook daadwerkelijk toe over om taken weer terug te halen naar de overheid, publiekisering of nationalisatie; het tegenovergestelde van privatisering. Wie goed luistert, hoort ook op Curaçao reeds nu (indirect) deze geluiden. Ik denk dat wij niet weer mee moeten gaan met een internationale trend. Ik adviseer om bij ons te volharden met het implementeren van corporate governance. Het is een kwestie van toepassen, naleen, trainen en sactioneren. Waarom? Omdat het binnen de overheid niet beter is gesteld met de governance.

Er wordt gesteld dat er een heel groot gat is tussen de Balkende-norm en wat de top nu verdiend en dat het gat onoverbrugbaar is of dat het geleidelijk gedicht moet worden. Dat brengt mij tot een ander kenmerk van deze tijd; de zogenaamde greed of wat men in het Nederlands aangeduid met het “het graaien”; het is nooit genoeg. Wie de schandalen van de afgelopen vijf jaar, door het lezen van vonnissen bestudeerd, zal van zijn stoel vallen. De levensstijl van de top doet niet onder voor die van een kleine Russisch oligarch, de vergelijking met een sjeik vind ik niet opgaan, want wij hebben nog geen aardolie.

Tot slot

Ik denk dat dit onderwerp en verhaal moeilijk is voor een zevenvinker (Luyendijk, 2022). Het vergt inspanning maar vroeg of laat zullen wij wel moeten is mijn gevoel.

References

Ghosh, J. (2013, February 20). Inequality is the biggest threat to the world and needs to be tackled now. Retrieved from www.theguardian.com: https://www.theguardian.com/global-development/poverty-matters/2013/feb/20/inequality-threat-to-world-needs-tackling

Goede, M. (2005). Groei en Fragmentatie van de overheid op de Nederlandse Antillen en Curacao; Organisatieontwikkeling bij verzelfstandigde.

Kuiper, R. (2014). De terugkeer van het algemeen belang; privatiseringsverdriet en de toekomst van Nederland. Gennep B.V.

Luyendijk, J. (2022). De zeven vinkjes; Hoe mannen zoals ik de baas spelen. Uitgeverij Pluim.

Monbiot, G. (2016, April 15). Neoliberalism – the ideology at the root of all our problems. Retrieved from www.theguardian.com: https://www.theguardian.com/books/2016/apr/15/neoliberalism-ideology-problem-george-monbiot

News, U. (2020, January 21). Rising inequality affecting more than two-thirds of the globe, but it’s not inevitable: new UN report. Retrieved from news.un.org: https://news.un.org/en/story/2020/01/1055681

Piketty, T. (2014). Capital in the Twenty-First Century. Harvard University Press.

van Rossem, M. (2018). Wat is geluk? Nieuw Amsterdam.

Wouter B. (2007, september 8). Wat mogen ze verdienen? Trouw.

Dr. Miguel Goede

 
 
 

Comments


© Miguel Goede, 2024
bottom of page