Suriname volgens Pronk
DRAFT 1.0
13 maart 2021
Ik las de lezing van oud minister Jan Pronk over Suriname (Pronk, 2020). Het betreft de Lachmon lezing 2020. Hij geeft zijn Nederlands perspectief op de ontwikkeling van Suriname en ik leed het met een Dutch Caribbean perspectief, op zoek naar gelijkenissen, verschillen en lessen voor ons. Pronk baseert zich op zijn in 2020 verschenen boek “Suriname; Van wingewest tot natie staat”.
Wat mij opvalt is het besef van Pronk dat Suriname van ver heeft moeten komen en dat hij niet trots is over de rol die Nederland heeft gespeeld in deze ontwikkeling. “Suriname is van ver moeten komen. Het land begon als een koloniale constructie zonder eigen identiteit, een wingewest dat door kolonisten afkomstig uit een ander deel van de wereld werd bezet, ontgonnen en geplunderd.” (Pronk, 2020)
“Ik vrees dat weinigen in Nederland zich er vandaag den dag bewust van zijn dat onze geschiedenis er ook een is van uitbuiting, raciale onderdrukking en discriminatie. In het door witte Nederlanders geëntameerde debat over de Nederlandse identiteit klinkt zelden het besef door dat de onder Nederlandse verantwoordelijkheid geschapen koloniale verhoudingen gedoemd zijn door te werken, dat Nederland ook na de afschaffing van de slavernij van de voortdurende machtsongelijkheid was blijven profiteren en dat het afgeroomde koloniale profijt mede de basis heeft gelegd onder de welvaart in ons land.” (Pronk, 2020)
Pronk begreep dat het Statuut niet ver genoeg ging wat zelfbestuur betreft en dat het logisch was dat Suriname meer onafhankelijk wilde. Hij ziet de jaren na het ondertekenen van het Statuut tot en met de onafhankelijkheid in 1975 als een voorbereiding. In 1975 was Suriname een democratische rechtsstaat en hadden politici als Lachmon en Pengel een belangrijke rol gespeeld in het verbroederen van de etnisch diverse samenleving (verbroederingspolitiek).
Pronk en dus Nederland hielden bij de onafhankelijkheid rekening met een staatsgreep, want dat gebeurde vaak bij landen die onafhankelijk werden, maar verwachte het niet. Volgens hem was ook geen reden over een staatsgreep in Suriname, zeker niet omdat de naderende verkiezingen, behalve te ontevredenheid van de onderofficieren. Nederland reageerde erg onverschillig op de coup, maar Nederland heeft een kwalijke rol gespeeld. De benoeming van militair attaché Valks was een grote fout. Van de staatsgreep kwam Bouterse en kwamen de decembermoorden in 1982. De rol van Nederland bij de coup staat in vertrouwelijke stukken, in de bijlagen van het onderzoeksrapport uit 1984. Recent is door Rutte gesteld dat dat deze stukken pas in 2060 het openbaar mogen worden. Dat vindt Pronk en ik ook een zeer kwalijke zaak. Van bloed kwam bloed, maar geleidelijk keerde het tij. Een proces van vallen en opstaan, meet de telefooncoup in 1990 als noemenswaardig incident.
In 2020 heeft de kiezer werd gesproken en gekozen voor democratie, de rechtsstaat en sociaal economisch herstel. Pronk plaats 2020 in het rijtje van 1975, 1887, 1991. Hij vraagt zich af dit pad nu definitief is ingeslagen. En dat Nederland dit proces nu verstandig gaat ondersteunen
Wat zijn de lessen voor de eilanden? Nederland heeft misschien een groter schuldgevoel naar de eilanden toe dan wij op het eiland beseffen. Wij spelen met onze democratie, maar wat in Suriname gebeurde kan hier ook gebeuren als wij niet volwassener worden.
References
Pronk, J. (2020, November 12). Jagernath Lachmon lezing. Na de maanden die het jaar afsluiten beginnen andere die gehoor . Amsterdam.
Dr. Miguel Goede
コメント