Over quasi- en pseudo bestuurders in het rechtspersonenrecht DRAFT 2.0 20 april 2022 Een aantal dagen geleden ontving ik het proefschrift van dr. Karel Frielink (Frielink, 2022). Ik had hem één week of twee vóór de gouverneur die officieel ontving. Dit is een grappig opmerking van mijn kant. Ik heb wel gewacht tot de vrije dagen om het door te nemen. Nu verwacht de lezer natuurlijk van mij dat ik het kort en simpel uitleg waar het over gaat. De quasi-bestuurder is iedereen die gaat zitten op de stoel van de formele c.q. statutair bestuurder. De statutaire bestuurder is doorgaans het bestuur, de directeur of directie. De bestuurder, dus ook de quasi-, is wettelijk aansprakelijk. Nu is door de wet een hoge drempel neergelegd om de bestuurder aansprakelijk te kunnen stellen. De schrijver vindt dat de quasi-bestuurder géén aanspraak moet kunnen maken op deze hoge dremel, omdat hij vindt dat de quasi-bestuurder niet hoort te gaan zitten op de stoel van bestuurder en dat vaak willens en wetend het toch doen. Het is een uitvoerig boek en u moet het zelf lezen. Voor mijn benadering van governance (bestuurskunde en politicologie) is het een extra dimensie. Waar mij hersen gelijk mee aan de haal gingen is waarom spreekt de auteur van �??quasi�??? Het bijwoord quasi is standaardtaal in het hele taalgebied (Nederland en Vlaanderen) in de betekenis �??schijnbaar, zogenaamd, als het ware, pseudo-�??. Waarom gebruikt men niet het woord �??pseudo�??? Voor mijn gevoel is het geen synoniem voor quasi. Ik zoek op wat het verschil is tussen quasi en pseudo, maar doe dat in het Engels. As adjectives the difference between quasi and pseudo is that quasi is resembling or having a likeness to something while pseudo is other than what is apparent, a sham. As a noun pseudo is an intellectually pretentious person; a pseudointellectual. Ik kom dan tot de stelling, dat de quasi-bestuurder vaak een pseudo-bestuurder is en als de quasi-bestuurder op de stoel gaat zitten van de statutaire bestuurder en die meewerkt, die statutaire bestuurder ook een pseudo-bestuurder is. Toen ik dacht dat ik met mijn eigen gedachten nu wel erg ver van het proefschrift dwaalde stuitte ik op bladzijde 27 en 271 op woorden als �??stroman en katvanger�??. Dat brengt mij op het volgende. Het boek is uiterst relevant want op deze eilanden gaan velen (RvC, aandeelhouders, ministers, gedeputeerde en politici, maar ook dreigende vakbondsmensen) zitten op de stoel van de bestuurder. Is dit ook de motivatie geweest van de schrijver om dit onderwerp te kiezen? Ik heb het er na de eerste verkenning nog niet uit gedestilleerd, dus construeer ik het uit mijn jarenlang contact met de schrijver. Het kan bijna niet anders het gedrag van quasi-bestuurders de afgelopen jaren, met name na 2010, hem hebben gestoord. Ik wil het boek in het bijzonder aanbevelen alle overheidsgelieerde entiteiten, in het bijzonder de nieuw opgerichte Fundashon Kuido di Ambulans waar iedereen zich als quasi gedraagt, gedelegeerd bestuurder, bestuur, minister en vakbond. De statutair bestuurder, de directeur, heeft bijna niets meer te zeggen, maar is wel verantwoordelijk. Guess what: de quasi-bestuurder is ook verantwoordelijk (Ontevredenheid bij ambulancepersoneel op Curacao, 2021). References Frielink, K. (2022). De quasi-bestuurder in het rechtspersonenenrecht. Wolter Kluwer. Ontevredenheid bij ambulancepersoneel op Curacao. (2021, september 21). Retrieved from nu.cw: https://nu.cw/2021/09/21/ontevredenheid-bij-ambulancepersoneel-op-curacao/ Dr. Miguel Goede
top of page
bottom of page
Comments