top of page

Colombia heeft nu voor het eerst een linkse president

mpgoede

Colombia heeft nu voor het eerst een linkse president

DRAFT 2.0

8 juli 2022

Op 20 juli 1810 verklaarde Simon Bolívar de ‘Republiek van Groot-Colombia’ onafhankelijk van Spanje. Wat weten wij eigenlijk van Colombia, behalve de drugs van Escobar, en de medische zorg?

Groot-Colombia (officieel: República de Colombia) was een federatie in Latijns-Amerika die tussen 1819 en 1830 bestond. Het grondgebied bestond uit de huidige landen Colombia, Venezuela en Ecuador, en dat deel van Panama. De term Groot-Colombia werd pas later gebruikt, om verwarring met de huidige staat Colombia te vermijden.

Nadat Simón Bolívar sinds 1816 enkele grote overwinningen had behaald, riep hij op 17 december 1819 in Angostura (het huidige Ciudad Bolívar) de Republiek van Groot-Colombia uit. Bolivar werd er zelf de eerste president. De laatste Spanjaarden werden verslagen tijdens de Slag van Carabobo, op 24 juni 1821.

De medestander, en tegenstander, van Bolívar was generaal Francisco Santander. Ze hadden een moeilijke relatie. Bolívar heeft Santander het leven gespaard door hem amnestie te verlenen. Hij was veroordeeld voor betrokkenheid bij een aanslag op Bolívar. Bolívar zat meer in Colombia dan in Caracas. In 1828 trad Bolívar teleurgesteld af als president. De federatie die ontstond na de onafhankelijkheid van Spanje viel in kleinere staten uiteen. Toen Bolívar verdreven was en ziek, stierf hij op weg naar Caracas, in 1830.

Van het begin af aan was de politieke situatie onrustig onder andere omdat het politieke stelsel uit slechts twee partijen bestond, de liberalen en de conservatieven. Deze tweedeling kwam ook ruwweg overeen met de sociale tweedeling van het land: aan de kust, veelal afstammelingen van de slaven; in het centrale hoogland wonen de Spaanse afstammelingen.

In 1899 begon de 1000-daagse Oorlog tussen de regerende conservatieven en troepen van de liberalen. De oorlog duurde tot 1902. In 1903 leidde een militaire opstand, gesteund door de VS die het Panamakanaal wilde bouwen, tot de afscheiding van de toenmalige provincie Panama.

In 1928 vond een bloedbad van de Bananenstaking plaats. De Amerikaanse United Fruit Company had een monopolie in de bananenplantages en buitte de werknemers uit. De staking werd met geweld gebroken.

Vanaf 1948 vond een bloedige volksopstand plaats nadat de liberale presidentskandidaat Jorge Eliécer Gaitán werd vermoord. De volksopstand (La Violencia) in Bogotá verspreidde zich over het hele land. Er waren meer dan honderdduizend doden en een miljoen mensen vluchtten naar Venezuela.

Van 1953 tot 1957 leidde generaal Gustavo Rojas Pinilla een militaire dictatuur. In een poging om politiek geweld en autoritair optreden te stoppen spraken de twee grote politieke partijen, de Conservatieven en de Liberalen, in 1958 af om afwisselend het bestuur van het land over te nemen. Dat leidde echter niet tot een echte vermindering van het geweld omdat velen zich door deze afspraak voelden uitgesloten van het democratisch proces. Deze periode duurde tot 1974 maar van 1965 tot 1968 werd de staat van beleg nog uitgeroepen als gevolg van geweld van linkse guerrillas en opstand vanuit de Universiteit van Bogotá.

De jaren 60 luidden het begin in van de Colombiaanse Burgeroorlog. Tegenover de overheid ontstonden al kort na La Violencia, linkse guerrillagroepen zoals de FARC en de ELN. Grootgrondbezitters richtten privé legers op ter bescherming van hun land. Daaruit ontstonden paramilitaire rechtse strijdgroepen. Met de opkomst van de cocaïne productie, bekend geworden door Pablo Escobar en andere baronnen, bewapende de Colombiaanse maffia zich ook op grote schaal. De maffia maakte daarbij gebruik van bescherming door strijdgroepen aan beide zijden en financierde in ruil daarvoor oorlogsactiviteit met drugsgeld. De strijd tegen paramilitair geweld, guerrilla, cocaïnemaffia, corruptie en machtsmisbruik is van voortdurende invloed op de politieke situatie.

President Álvaro Uribe volgde aan het begin van de 21e eeuw enerzijds een harde lijn tegen gerilla en probeerde anderzijds grip te krijgen op de paramilitaire groepen door overeenkomsten te sluiten en ze te demobiliseren of te integreren in leger en politie. Zijn opvolger Juan Manuel Santos zette deze lijn voort en zocht tegelijkertijd ook met de FARC de onderhandelingstafel op. In 2016 kwam het tot een vredesakkoord tussen de regering en de FARC. Het betkende het herstel van de rechtsstaat, het herstel van het gezag over het gehele grondgebied van Colombia en een oplossing voor het gewapende conflict in Colombia.

Vanaf 2017 kreeg Colombia te kampen met een massale vluchtelingenstroom uit het buurland Venezuela (twee miljoen vluchtelingen). In 2019 vierde het land de 200-jarige onafhankelijkheid.

Nu kiest Colombia voor het eerst een linkse president, een ex-geriastrijder, Gustavo Petro met zijn vice-president, Francia Márquez. Het op twee na dichtstbevolkte land van de regio zal nu zijn eerste zwarte vice-president hebben. Colombia werd traditioneel geregeerd door rechtse, elitaire partijen. Petro won omdat kiezers, vooral die in de grootste steden van Colombia, de corruptie, armoede, ongelijkheid en geweld (allemaal verergerd door Covid) moe waren.

Petro, die eerder de burgemeester van Bogotá was, voerde campagne om sociale programma’s uit te breiden, de rijken te belasten en af te stappen van een economie die afhankelijk is van fossiele brandstoffen. Hij voerde aan dat Colombia sinds het verlaten van een op koffie gebaseerde economie 30 jaar geleden te afhankelijk is geworden van de export van olie, kolen en cocaïne - waarvan de productie sinds 2012 is verdrievoudigd. De eerste twee zijn onhoudbaar vanwege de klimaatcrisis, en de laatste is een kankergezwel dat heeft geleid tot een dodelijke heropleving van gewapende bendes.

Linkse partijen hebben ook de verkiezingen gewonnen in Peru, Chili en Mexico. Brazilië zou dezelfde kant op kunnen gaan. Ook in Nicaragua en San Salvador zijn er ontwikkelingen. De onafhankelijkheid oorlog was altijd een strijd om meer gelijkheid. Deze werd gefustreerd door de criollo elite. De klassenstrijd tussen deze elite het volk duurt voort en zo zijn wij nu hier beland.

Miguel Goede

0 views0 comments

Comments


© Miguel Goede, 2024
bottom of page