DRAFT 4.0
25 november 2023
Ik volg diverse analyses over het Nederlandse stemgedrag op 22 november, maar hecht meer waarde aan die van collega-politicologen en bestuurskundigen. Gezamenlijk bieden zij mij een verklaring. Als ik alle analyses even terzijde laat, kom ik na reflectie tot het volgende.
Allereerst waren dit verkiezingen in tijden van crisis, gekenmerkt door oorlogen, klimaatverandering, energietransitie, en in die context de migratieproblematiek, groeiende armoede en woningschaarste. Een van de eerste “wetmatigheden” die de politicologie mij heeft bijgebracht, is dat rechts, nationalisme, en populisme opkomen in tijden van crisis.
Ten tweede voldoet het traditionele links-rechts politieke spectrum niet meer. Issues die vroeger als links werden beschouwd, manifesteren zich nu rechts en vice versa. Terecht vraagt Anthony Guillermo mijn proeflezer, om uit te leggen wat links en rechts is en was. Links stond voor partijen die zich baseerden op de leer van Karl Marx. Rechts leunde meer op liberale ideologie, en het midden waren meer de conventionele partijen. Sinds Paars is het verworden tot: tegenwoordig staat links bij deze indeling voor vooruitstrevende partijen die een grotere rol van de overheid in het maatschappelijk leven willen, terwijl rechtse partijen behoudender zijn en de rol van de overheid beperkt willen houden.
Er kristalliseren zich andere spectra uit: globaal of extern gericht versus lokaal of intern gericht, het spectrum van ‘ik’ versus ‘wij’, en het spectrum van ‘wij’ versus ‘hun’.
De grote winnaar van de verkiezingen, die van 17 naar 37 zetels ging, meer dan een verdubbeling, is een partij die lokaal gericht is en aandacht vraagt voor ‘wij’ maar vanuit ‘ik’ en zich afzet tegen ‘zij’.
De huidige wereldcrisis is complex en onzeker. De antwoorden en oplossingen zijn complex en theoretisch, wat weinig geruststelling biedt. Populisten presenteren eenvoudige oplossingen voor ingewikkelde problemen en geven de bezorgde en angstige kiezer houvast tijdens deze overgangsperiode waar niemand zeker van is waar het naartoe gaat.
Een aspect van deze ‘wetmatigheid” is het vinden van een zondebok, vaak een minderheid, en dit keer opnieuw migranten. Deze populistische verrechtsing tijdens deze crisistijd is niet beperkt tot Nederland; we zagen het ook tijdens de recente verkiezingen in Argentinië.
Toch is er nuance. 2.436.111 stemmen, 23,6% van de kiezers, koos voor de PVV. Anderen kozen voor complexere antwoorden op de crisis door te stemmen op PvdA-GL en NSC. De laatste presenteerde meer oplossingen op het niveau van vernieuwing van structuren. Maar de onzekere en angstige kiezer, de onderbuik, vindt geen houvast in complexe antwoorden voor complexe problemen.
Ook moet worden opgemerkt dat de VVD de kiezer min of meer dwong om radicaler rechts te stemmen dan ze misschien wilden. Doordat de VVD de PVV op het laatste moment uitsloot als coalitiepartner, was het voor rechtse stemmers de enige manier om af te dwingen dat de PVV in de regering komt, door direct op de PVV te stemmen.
Kortom, er wordt gewerkt aan een simplistisch symptoombestrijding, terwijl de echte problemen niet verdwijnen, en het is niet onwaarschijnlijk dat de werkelijke crisis verergert. Het land is dus gebaat bij een coalitie tussen beide stromingen.
Miguel Goede
コメント