Nuance, redelijkheid en taal
DRAFT 2.0
16 september 2022
Ridikulo. Fatal. Malisimo. Disaster. Inakespabel. Dit zijn normale uitingen in onze taal, Papiamento. Ook door onze leiders. Men zou bijna kunnen stellen dat onze taal zich niet leent voor nuance. Ooit hoorde ik Olando of een ex-premier stellen dat wij een Caribische mensen zijn en met Zuid Amerikaans bloed; wij uiten onze emoties. Als mensen ons – in bijvoorbeeld Nederland – met elkaar zien praten kunnen, ze denken dat wij ruzie maken. En dat komt niet alleen omdat wij luid praten en met veel gebaren en andere lichaamstaal, het komt ook door onze woordkeuze.
Het zou minder een probleem zijn als sociale partners of in governance setting de taal anders zouden zijn, maar dat is het doorgaans niet. Het enige verschil is soms dat men minder scheldwoorden gebruikt in deze setting. Dit wordt gezien als een teken van beschaving.
Chris Peterson zegt dat wij moeten kiezen voor Engels in het onderwijs als instructietaal, ondanks zijn grote liefde voor de eigen taal, omdat wij een relatief kleine woordenschat hebben. Het Engels heeft ongeveer 750.000 woorden, het Nederlands 430.000 – was ooit de taal met de grootste woordenschat – en Papiamento met – volgens mij – 60.000 woorden. Dit zou kunnen verklaren waarom wij niet de nuance en subtiliteit kunnen opzoeken.
Hoe aannemelijk deze verklaring ook lijkt, wil ik geloven dat wij geen traditie hebben van arte di palabra (woordkunst) in de dagelijkse praktijk. Onze leiders nemen niet de moeite om zich genuanceerd te uiten en mooi precies te zeggen waar het op staat.
Miguel Goede
Σχόλια