top of page

Kapitalisme 3.0.1

mpgoede

De ‘3.0’ achter ‘kapitalisme’ verwijst naar een historische

analyse van de ontwikkeling van het kapitalisme. Kapitalisme

1.0 slaat op de fase vanaf de industriële revolutie in de

tweede helft van de negentiende eeuw tot de jaren vijftig van

de twintigste eeuw. Het was de tijd van een tamelijk ongebreideld

kapitalistisch systeem van laisser faire, een periode

waarin, zeker in het begin, de rechten van arbeiders niet of

slecht waren geregeld, een tijd van dickensiaanse toestanden:

grote fabrieken, lange werkdagen, lage lonen, kinder

arbeid, armoedige leefomstandigheden en een verbod op

vakbonden.

Met de opkomst van de verzorgingsstaat na de Tweede

Wereldoorlog en de steeds betere regulering van de rechten

van werknemers, trad de volgende fase van het kapitalisme

in: 2.0. In die fase zitten we nog steeds.

De grote vraagstukken van dit moment hebben allemaal

een relatie met een economisch-maatschappelijk systeem

dat vooruitgang, resultaat en productie vooral in financiële

termen definieert. Een systeem dat we kenmerken als kapitalisme

2.0. Dit is geen duurzaam, toekomstbestendig systeem.

Het pleegt immers een grote aanslag op de natuur in

de vorm van bijvoorbeeld klimaatverandering en uitputting

van grondstoffen. Bovendien heeft het negatieve gevolgen

voor de mens.

De grote vraagstukken en economische crises van dit

moment roepen ons op tot een drastische koerswijziging:

een overgang naar kapitalisme 3.0. Daarmee hebben we het

over een systeem dat ‘duurzaam’ is in de brede zin van het

woord. Een systeem dat niet alleen milieuvriendelijk is en

geen aanslag pleegt op klimaat, natuur en aarde, maar dat

ook de sociale context en structuur van een maatschappij of

gemeenschap

Zoals we eerder constateerden, is de bancaire wereld de afgelopen

jaren beheerst geraakt door kortetermijndenken en dat

denken is dus in de hand gewerkt door de hoge winsten die op

financiële markten konden worden geboekt, de eenzijdige gerichtheid

op het creëren van aandeelhouderswaarde, de bonussencultuur

en de korte benoemingstermijnen. Stuk voor stuk

zijn dit tevens uitingen van een ver doorgevoerd marktdenken.

(Bron)

 
 
 

Comments


© Miguel Goede, 2024
bottom of page