top of page

De politieke geschiedenis van de Nederlandse Antillen en Aruba

De politieke geschiedenis van de Nederlandse Antillen en Aruba

DRAFT 1.0

24 mei 2021

Ik probeer vanuit de bestuurskundige en politicologische invalshoek een historische (tijd)lijn te ontwikkelen. Eerder hebik gekeken naar het canon van Curaçao en naar mijn eerder poging “The History of Public Administration in the Dutch Caribbean.Public Administration and Policy in the Caribbean”. Alex Reinders schreef “De politieke geschiedenis van de Nederlandse Antillen en Aruba; 1950 - 1993” (Reinders, 1993). Het gaat om achttien kabinetten van de Nederlandse Antillen en drie van Aruba.

Na de Regeringsraad Da Costa Gomes (1951 – 1954) onderscheid ik vier blokken en twee interimkabinetten. De periode is het begin waarin het Statuut wordt ondertekend door Jonckheer, maar algemeen wordt aangenomen dat Da Costa Gomes de grootste inbreng had. Het is het gevolg van het dekolonisatieproces dat startte in de Tweede Wereldoorlog rond 1942. (Overigens doet zich dit fenomeen vaker voor. Bijvoorbeeld, Betico Croes werd niet de eerste premier van Aruba. De PAR vormde niet het eerste kabinet van het nieuwe land).

Het eerste blok is het blok Jonckheer. In totaal vier kabinetten van 1954 tot en met 1969. In deze periode ontwikkelde zich de economie, de infrastructuur en kwamen de sociale wetten tot stand. Door de rising expectation van de onderkant van de samenleving leidde dit tot de revolte van 30 mei 1969. Het leidde eigenlijk het einde van de hegemonie van de DP in.

Het interimkabinet Sprockel 1969 was het begin van een post 1969 bestuursperiode.

Het tweede blok is een minder stabiel blok van vier kabinetten van 1969 tot en met 1979. In deze periode was er geen duidelijke overheersing van een of meerdere partijen. Het was een transitie periode. Een van de opvallende aspecten was het Antilianisieringsbeleid; lokale mensen kwamen in functies waarvoor zij eerder niet voor in aanmerking kwamen.

Het intermkabinet Pourier in 1979 bestond slechts drie maanden. Eigenlijk had dit kabinet de functie van het demissionaire kabinet Rozendal. Na een periode van tien jaar brak links, de arbeider, eindelijk door en kwam MAN aan de macht.

Het blok Martina; drie kabinetten van 1979 – 1984. Deze periode werd onder anderen getekend door de strijd van Aruba zich af te scheiden van de andere vijf eilanden. In 1983 – 1984 werden ook de Bovenwinden opgesplitst. Deze periode werden duidelijke trajecten ingezet: het saneren van de overheidsfinanciën en het saneren van het overheidsapparaat. De internationale economische crisis raakt het land hard.

Het blok Liberia-Peters; drie kabinetten met een Martina IV tussen in van 1984 – 1993. In deze periode kreeg de regering te maken met het vertrek van de Shell, het gelijktrekken van de salarissen van de vrouwelijk ambtenaar en hogere supervisie van Sint Maarten. Het blok werd even afgewisseld door de MAN, rond het issue van de crisisheffing. In 1986 verlaat Aruba de Antillen en werd Berenschot in de arm genomen.

Reinders houdt op in 1993. In 1993 was het eerste referendum en koos Curaçao voor het herstructureren van de de Antillen. Een blok van PAR dominantie ving aan. Deze werd af en toe onderbroken. Naast de herstructurering kreeg het land te maken met de problemen met de openbare financiën en de economie. Het is de periode IMF.

In 2005 werd in een referendum gekozen een de autonome status van Curaçao; de herstructurering was mislukt. Het referendum verdeelde de bevolking in twee kampen. Vijf jaar lang werd gewerkt aan de autonome status in in 2010 werd deze maar ingevoerd. Door deze focus op een issue werd de kiezer verwaarloosd en was niet de PAR de eerste partij het nieuwe land regeerde maar de MFK/PS/MAN. Deze periode kenmerkt zich niet alleen door ernstige integriteitsissues, maar zelfs een politieke moord, die nog niet is opgelost. Dit bleek geen succes, maar pas in 2017 kon de PAR weer terug aan de macht komen. In 2020 werd dit kabinet niet beloond voor het werk en komt weer de MFK aan de macht. Het kabinet kende ook vele tegenslagen net als klap op de vuurpijl de COVID-19 pandemie.

Als de lijn vanaf 1950 doortrekken, wat kunnen wij verwachten? De grote problemen vanaf de jaren tachtig staat er nog steeds: de economie, de sociale problemen, de openbare financiën, en het apparaat. Tegelijkertijd dringen nieuwe uitdagingen zich om: pandemie, de klimaatcrisis en de vierde industriële revolutie. Er moet een doorbraak komen.

References

Reinders, A. (1993). De poltieke gescchiedenis van de Nederlandse Antillen en Aruba; 1950 - 1993. Zutphen: Walburg Pers.

Dr. Miguel Goede

0 views0 comments

Comments


bottom of page