top of page

Djispou: van kinderlijke slimheid naar volwassen bruá

 

Djispou: van kinderlijke slimheid naar volwassen bruá

 

2 juli 2025

 

Om bruá te begrijpen – die staat van verwarring, richtingloosheid en bestuurlijke chaos die we zo vaak ervaren – moeten we terug naar de bron. En die bron ligt opvallend vaak bij twee andere Papiamentstalige begrippen: proefiá en djispou.

 

Eerder schreef ik over proefiá: het roekeloze proberen, het springen zonder vangnet. Vandaag wil ik stilstaan bij djispou. Volgens het woordenboek betekent het: gewiekst, doordrapt, listig, slim, uitgeslapen. Maar de ware betekenis ligt in de manier waarop we het gebruiken. Djispou wordt vooral gezegd van kinderen – kinderen die hun leeftijdsgenoten te slim af zijn. Die hun zin krijgen met een mond vol praatjes en een blik vol lef. Charmant, soms ontregelend, maar ook: ongevaarlijk, zolang ze nog kind zijn.

 

Het probleem ontstaat wanneer djispou doorgroeit zonder tegenkracht. Wanneer een samenleving flair en bravoure verwart met talent en competentie. Wanneer djispou de maatstaf wordt voor wat wij een young professional noemen. Dan krijgen we jongeren op cruciale plekken – in het openbaar bestuur, in commissies, in politieke partijen – die wel de houding hebben, maar nog niet de inhoud. Ze vinden zichzelf briljant, worden door anderen naar voren geschoven als “veelbelovend”, maar hebben nauwelijks historisch besef, geen doorwrochte visie en geen echte ervaring.

 

Net als bij proefiá ontbreekt de diepgang. De zelfreflectie. En het tragische is: ze beseffen het vaak zelf niet. Integendeel, ze voelen zich uitverkoren.

En zo ontstaat bruá. Niet omdat mensen kwaadwillend zijn, maar omdat een cultuur van oppervlakkigheid is doorgeschoten. Djispou en proefiá zijn eigenschappen die op jonge leeftijd nog te begrijpen zijn. Maar als ze niet worden getemperd door opleiding, begeleiding en kritische dialoog, vormen ze de ingrediënten voor bestuurlijke chaos.

Daarom is het tijd om scherper te kijken naar wat we belonen. Willen we een duurzame toekomst, dan moeten we méér waarderen dan vlot taalgebruik en zelfvertrouwen. Dan moeten we investeren in inhoud, in ervaring, in kritisch denken. Dan moeten we djispou en proefiá erkennen als fases – geen eindstations.

Want anders leven we straks permanent in bruá. En daar komen we moeilijk uit.

 

Miguel Goede

Comentários


© Miguel Goede, 2024
bottom of page