Beleidskader sport
DRAFT 2.0
19 augustus 2022
Het is weer een aantal weken geleden dat een journalist mij vroeg of ik bereid zou zijn een beleidskader te ontwikkelen voor de sport. Een van mijn eerste beleidskaders die ik schreef in mijn carrière is uitgerekend voor sport. En toch duurde weken om een aantal punten neer te zetten, want ik wordt niet vrolijk van beleidskaders op het eiland. Ik noem een paar: ouderenbeleid, sociaal beleid, onderwijs, economisch beleid. En zo kunnen wij een tijdje doorgaan.
Wat is de doelstelling van sportbeleid? Zoveel mogelijk mensen die bewegen en sporten, van kinderen tot ouderen. Want sport hoort bij preventieve gezondheidszorg. Bevordert sociale cohesie. Brengt jongeren sociale vaardigheden bij en is één van de belangrijkste instrumenten voor natievorming. Tegenwoordig is sport een economisch sector op zich.
Er is een rol verdeling. De organisatie van de sport is aan het maatschappelijk middenveld. Het beleid en de faciliteiten zijn de verantwoordelijkheid van de overheid. De ruggengraat van de georganiseerde sport is de organisatie van vrijwilligers, van bestuurders tot de technici op het veld. Dit is de een reflectie van de samenleving. En dit is over gehele linie voor verbetering vatbaar. De overheid heeft een meer actieve rol als het gaat om schoolsport en sport in de bario. Daarnaast zijn er bijzondere doelgroepen als mensen met een special need, maar ook - tot voor kort - meisjes.
Begin jaren tachtig heeft de overheid ervoor gekozen om haar taken onder te brengen bij een verzelfstandigde stichting.
De sport wordt gefinancierd, naast contributie van de leden, met de gemeenschap via belasting en dus subsidie. Al jaren vijfentwintig jaar of meer wordt gesproken over accijnzen voor sport en een sportlotto. Ook komt de financiering van het bedrijfsleven in de vorm van sponsoren. In dit geheel is een goede relatie met de media van groot belang. Tegenwoordig spelen sportmiljonairs ook een rol als het gaat om sportfaciliteiten. De afstemming tussen overheid en deze mensen laat te wensen over, met als gevolg dat veel van hun plannen niet van de grond komen.
Om de doelen te bereiken is het zaak dat er een gezonde piramide ontstaat, met aan de basis recreatie, daarop wedstrijdsport, en daarop topsport. Hoe breder de basis, hoe beter de topsport. Een grote uitdaging voor de sport is het feit dat veel jongeren na de middelbare school in Nederland verder studeren en daar hun sportloopbaan voortzetten. Nederland heeft sowieso een zuigende werking op Curaçaose sporters, zeker daar het eiland zelf niet kan deelnemen aan de Olympische Spelen sinds 2010. Gelukkig is wel deelname aan regionale spelen.
Door dat de middelen beperkt zijn, is het goed dat sporten in categorieën worden ondergebracht op basis van criteria. Het meest voor de hand liggende criteria is het aantal actieve sporters, maar ook toeschouwers. Een ander criteria is, hoe succesvol is de sport internationaal. Op basis hiervan ontstaat er een verdeelsleutel voor subsidie aan de bonden. Het is aan de bonden om hun respectievelijke (internationale) sportagenda te volgen. De subsidie wordt verstrekt op basis van een (meerjaren) beleidsplan van de bonden, die jaarlijks verslag uitbrengen van het door hun gevoerde beleid.
De bonden komen bijeen in een overkoepelend orgaan dat gesprekspartner is van de sportstichting en de overheid als het gaat om het sportbeleid.
Dit is een frame voor om een sportbeleidskader verder te bouwen.
Miguel Goede
Comments